Omschrijving van de onderdelen

C1 – 100m hinderniszwemmen

Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met een startsprong te water en zwemt 100 meter vrije slag. Tijdens dit onderdeel moet 4 keer onder een verzonken hindernis door gezwommen worden. Deelnemers moeten boven komen voor iedere hindernis.

C2 – 100m ringduiken met zwemvliezen

Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met een startsprong te water en zwemt 50 meter vrije slag met zwemvliezen. De deelnemer duikt naar een duikring, brengt die naar de oppervlakte binnen 10 meter en vervoert de duikring in rugslag, de ring met 2 handen boven water houdend, naar de finish zijde.

C3 – 50m reddingswisselslag

Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met een startsprong te water en zwemt 25 meter vrije slag. Vervolgens moet de deelnemer onder duiken en onder water naar een duikring zwemmen; 10 meter afstand voor jongens, 10 meter afstand voor meisjes. De duikring wordt binnen 5 meter naar de oppervlakte gebracht en dan de overige afstand vervoerd naar de finish zijde.

C4 – 50m ringduiken

Na een akoestisch signaal gaat de redder met een startsprong te water en zwemt 25 meter vrije slag, gedeeltelijk boven water. De deelnemer duikt naar een duikring, brengt die naar de oppervlakte binnen 5 meter en vervoert de duikring naar de finish.

C5 – 50m torpedoboei met zwemvliezen

De deelnemer heeft bij de start de torpedoboei om. Na een akoestisch signaal, gaat de redder met een startsprong te water en zwemt 25 meter vrije slag met torpedoboei. Op het 25 meter punt drijft een pop (vanaf de bovenzijde van de witte band boven water, een ploeggenoot houdt de pop rechtop in de baan). De deelnemer moet de torpedoboei omgespen onder beide armen van de pop. Dit alles moet gebeuren voordat de 5 meter lijn vanaf de keerpuntkant is bereikt. Vervolgens moet de pop naar de finish op 50 meter vervoerd worden.

C6 – 100m superlifesaver

Na het startsignaal gaat de deelnemer te water en zwemt 25m vrije slag. Daarna duikt hij/zij een duikring van de bodem en vervoert deze ring gedurende 25m naar het 50m punt. Daar trekt de deelnemer zwemvliezen aan en doet een torpedoboei om. Vervolgens zwemt de deelnemer naar het 75 meter punt waar een pop drijft (vanaf de bovenzijde van de witte band boven water, een ploeggenoot houdt de pop rechtop in de baan). De deelnemer moet de torpedoboei omgespen onder beide armen van de pop. Dit alles moet gebeuren voordat de 5 meter lijn vanaf de keerpuntkant is bereikt. Vervolgens moet de pop naar de finish op 100 meter vervoerd worden.

D1 – 50m hinderniszwemmen

Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met een startsprong te water en zwemt 50 meter vrije slag. Tijdens dit onderdeel moet 2 keer onder een verzonken hindernis door gezwommen worden. Deelnemers moeten boven komen voor iedere hindernis.
D2 – 50m ringduiken met zwemvliezen
Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met een startsprong te water en zwemt 25 meter vrije slag met zwemvliezen. De deelnemer duikt naar een duikring, brengt die naar de oppervlakte binnen 10 meter en vervoert de duikring in rugslag, de ring met 2 handen boven water houdend, naar de finish zijde.

D3 – 50m reddingswisselslag

Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met een startsprong te water en zwemt 25 meter vrije slag. Vervolgens duikt de deelnemer onder water naar een op 7 meter afstand liggende duikring. De duikring wordt binnen 5 meter naar de oppervlakte gebracht en dan de overige afstand vervoerd in rugslag, de ring met 2 handen boven water houdend, naar de finish zijde.

D4 – 50m ringduiken

Na een akoestisch signaal gaat de redder met een startsprong te water en zwemt 25 meter vrije slag, gedeeltelijk boven water. De deelnemer duikt naar een duikring, brengt die naar de oppervlakte binnen 5 meter en vervoert de duikring naar de finish.

D5 – 50m lifesaver

De deelnemer heeft bij de start de torpedoboei om. Na een akoestisch signaal, gaat de redder met een startsprong te water en zwemt 25 meter vrije slag met torpedoboei. Op 25 meter van de start klikt de deelnemer de torpedoboei dicht (dient te geschieden in het wisselvlak van 25 tot 30 meter) en zwemt vervolgens met dicht geklikte torpedoboei naar de finish. De lijn van de torpedoboei dient volledig uitgestrekt te zijn tijdens het terug zwemmen (gemeten vanaf 5 meter van de start).

E1 – 50m hinderniszwemmen

Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met een startsprong te water en zwemt 50 meter vrije slag. Tijdens dit onderdeel moet 2 keer onder een verzonken hindernis door gezwommen worden. Deelnemers moeten boven komen voor iedere hindernis.

E2 – 50m met zwemvliezen

De deelnemer heeft bij de start zwemvliezen aan. Na een akoestisch signaal gaat de deelnemer met startsprong te water en zwemt 50m vrije slag met zwemvliezen.

E3 – 50m ring vervoeren

De deelnemer start in het water. Na een akoestisch signaal zwemt de redder rugslag en vervoert de duikring met 2 handen aan de ring naar de finish. Bij het keerpunt mag de ring worden losgelaten en met ring of hand worden aangetikt. Daarna moet de ring weer met 2 handen vervoert worden tot de finish.

E4 – 50m lifesaver

De deelnemer heeft bij de start zwemvliezen aan en de riem van de torpedoboei om. Na een akoestisch signaal, gaat de redder met een startsprong te water en zwemt 50 meter vrije slag met zwemvliezen en torpedoboei